Wie zijn koopwoning tijdelijk wil verhuren, heeft twee opties. Verhuur op basis van de Leegstandwet of een kortdurend huurcontract.
Leegstandwet | Kortdurende verhuur | |
Duur | 0,5 - 5 jaar | 0 - 2 jaar (maximaal 1 contract) |
Voorwaarden | Leeg en te koop staand, vergunning | Geen |
Huurprijs zelf bepalen | Ja | Ja, tenzij huur < €710,68 |
Tussentijds opzeggen verhuurder | Ja, als contract geen einddatum heeft (min 3 maanden) | Nee |
Tussentijds opzeggen huurder | Ja, als contract geen einddatum heeft (min 1 maand) | Ja |
Zowel voor verhuur op basis van de Leegstandwet als een kortdurend huurcontract geldt geen uitgebreide huurbescherming zoals bij normale verhuur. Aan het einde van het huurcontract moet de huurder de woning verlaten.
Verlaat de huurder niet op tijd de woning, dien dan bij de rechter een verzoek tot ontruiming in. Anders wordt de huurovereenkomst gezien als een overeenkomst met huurbescherming, waardoor het nog lastiger wordt om de huurder uit het huis te krijgen.
Bij een kortdurend contract van maximaal twee jaar moet de verhuurder een tot drie maanden van tevoren de huurder schriftelijk op de hoogte stellen dat de huur binnenkort eindigt.
Als de woning wordt verhuurd op basis van de Leegstandwet mag de woningeigenaar zelf bepalen hoeveel hij vraagt. Dat geldt ook voor kortdurende huurcontracten als de huurprijs boven de liberalisatiegrens van € 710,68 ligt. Bij een lagere huurprijs moet de hoogte bepaald worden aan de hand van het woningwaarderingsstelsel.
Als de gevraagde huurprijs boven de liberalisatiegrens uitkomt, heeft de huurder zes maanden de mogelijkheid om een beoordeling te vragen aan de huurcommissie.
Bron: Eigen huis