Dit liet hij vrijdag weten na bespreking in de ministerraad.
Daarbij wordt wel rekening gehouden met de populariteit van de woonplaats, maar verandert de voorgenomen grondslag (4,5 procent van de WOZ-waarde) ten opzichte van de plannen uit het regeerakkoord.
In het nieuwe plan bepaalt de WOZ-waarde nog maar een klein deel van de woningwaardering.
Schokken
Het nieuwe systeem moet zorgen voor minder grote verschillen in de huurprijs van huurwoningen dan in de uitwerking van de plannen uit het regeerakkoord. "Dit nieuwe systeem zal niet leiden tot hele grote schokeffecten", zo lichtte Blok toe.
Dit blijkt volgens hem uit de berekeningen naar de effecten van het nieuwe systeem. Het nieuwe puntensysteem wordt op 1 juli 2014 ingevoerd.
Problemen
Blok had al aangekondigd te gaan kijken naar een andere invulling, omdat landelijke invoering namelijk problemen voor sommige corporaties zou kunnen veroorzaken.
Ook kwam er kritiek op de plannen dat het zou leiden tot flink hogere huren.
WOZ
Het Centraal Planbureau en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) kwamen allebei met totaal andere berekeningen van de effecten van de plannen uit het regeerakkoord.
Zo berekende het CPB dat 2,5 miljard aan extra huurinkomsten kan worden opgehaald, genoeg om de aangekondigde verhuurdersheffing van 2 miljard te kunnen betalen. Het CFV ging juist uit van 600 miljoen minder huurinkomsten.
Het verschil zat er vooral in dat het CPB uitgaat van groei en het CFV van daling van de woz-waarde.
Eenvoudiger
Volgens Blok is het nieuwe systeem vooral eenvoudiger. "De waarde van een huis hangt nu nog af van ingewikkelde factoren als de afstand tot bushalte. Probleem met puntenstelsel is ook dat de kwaliteit van een woning slecht tot uiting komt", aldus Blok.
Met het nieuwe systeem zullen huurwoningen in de populaire gebieden als de Randstad duurder worden dan die op het platteland.
"De gewildheid en locatie van een woning komen in het huidige stelsel niet goed tot uitdrukking", aldus Blok.
Het systeem moet er tot leiden dat de huizenmarkt beter gaat functioneren, zo stelde premier Mark Rutte in zijn wekelijkse persconferentie.